De maanden december en januari staan meer dan ooit bol van evenementen in de vrijetijdssector waarbij tijdens galamanifestaties allerhande prijzen uitgedeeld worden. De intensiteit terzake in eigen land maakt dat de belangrijkste buitenlandse awards al eens ondergesneeuwd geraken in de verslaggeving van onze media. Zo valt dat lot bijna telkens opnieuw de nochtans prestigieuze World Travel Awards in de USA te beurt. Daar werd op Belgisch niveau reeds voor de vierde (niet opeenvolgende) keer Dukes’ Palace in Brugge uitgeroepen tot Beste Hotel van België.
Dukes’ Palace is 5* sup., maar alvast niet het hotel dat massa’s spendeert aan reclamevoering, integendeel bijna. Franky Pyck, volbloed West-Vlaming van geboorte, van opleiding en van familiale horeca-banden, maar met een rijke internationale hotelcarrière achter de rug, is er sinds juli 2013 de general manager.
Hotel Business (HB): Hoewel er hier te lande amper weerklank aan gegeven werd, moet die award toch zeker enige invloed hebben?
Franky Pyck (FP): “Ik ben trots van op die ranglijst te staan. We staan daar Europees tussen deftige hotels die enorm hoog aangeschreven zijn. Maar het is typisch Vlaams en zeker West-Vlaams: soms zijn we daar zeer discreet in.
Eigenlijk zijn we internationaal gekender dan dat we nationaal gekend zijn. Mensen spreken met grote lof 1) over Brugge en 2) over een hotel als Dukes’ Palace. Gelukkig worden we ook gedreven door de hoge kwaliteitsgraad hier in Brugge. Kijk maar eens op booking.com: daar scoren de meeste hotels in Brugge 8 op 10. Wanneer je diezelfde oefening doet voor pakweg Parijs, zal je er het aantal hotels met 8 of meer op één hand kunnen tellen. Dat in Brugge bijna alle hotels zo hoog scoren, bewijst dat we snappen dat we ons product optimaal moeten blijven onderhouden. Daarnaast biedt de factor van de unieke charme van Brugge op zijn beurt een serieuze meerwaarde.”
HB: Dient een hotel zijn kandidatuur te stellen voor dergelijke award?
FP: “Nee, want ik weiger dat! Je hebt ook veel wedstijden waarvoor je moet inschrijven en waar je bij wijze van spreken moet voor betalen. Bij deze wedstrijd word je puur genomineerd door je gasten en vanuit die nominaties verkiest een professionele jury de laureaten. Da’s een referentie die kan tellen. Bovendien behelzen de World Travel Awards veel meer dan de hotelsector alleen. Er zijn ook awards voor bijv. de beste airlinemaatschappijen wereldwijd en per continent. De jury bestaat dan ook uit mensen die gewoon zijn om veel te reizen. De World Travel Awards zijn m.a.w. geen popoll en je kan er ook geen campagne rond voeren, want je hebt er geen weet van.”
Mini-ambassadeurs
HB: Dukes’ Palace staat in de eerste plaats voor een geweldige locatie, vanwege
de historische band met het Bourgondisch vorstenhuis en zeker met Maria van Bourgondië? Maar het kan toch niet alleen dat element zijn dat de doorslag gegeven heeft?
FP: “Wat wij hier hebben is de mix van een historisch pand met een unieke geschiedenis die vooral bij Amerikaanse gasten enorm in de smaak valt, maar dan vooral in combinatie met een klassieke oerdegelijke Duitse – of zo je wil Zwitserse – hospitality. Ik bedoel daarmee vooral de kwaliteit en de goede prijs-kwaliteitsverhouding, het oog voor detail, de warmte die je toekomt en het feit dat iedereen zo vriendelijk is.
Dat laatste is hier het meest gemaakte compliment. Eigenlijk blijft dat de basis van hospitality. Ik heb het geluk dat ik nog steeds gemotiveerde mensen vind. Dat komt door onze bevoorrechte samenwerking met de hotelscholen hier in Brugge en elders in West-Vlaanderen. Uiteindelijk is dat voor die jongeren ook een droom wanneer ze hun carrière hier kunnen starten in een hotel met nationale en internationale uitstraling.
Met het hotel willen we een totaalbeleving aanbieden. Van de mensen die hier komen logeren probeer ik steevast mini-ambassadeurs te maken. Bedoeling is dat ze na hun terugkeer zeggen dat ze in Brugge geweest zijn en daar – één – in een fantastisch hotel geslapen hebben en – twee – daar de tijd van mijn leven gehad hebben: rust, lekker gegeten, van alles gezien,…
Om dat totaalpakket te kunnen aanbieden zijn onze mensen – van lokaal tot ver in het buitenland – enorm getraind. Ze werken zich onder meer in in de Brugse cultuur, de Brugse gastronomie, de bijzondere winkeltjes die je moet weten te vinden in de hoofdwinkelstraten waar het soms over de koppen lopen is. Wij proberen inderdaad dat goed gevoel te creëren en het is leuk om naderhand die feedback te horen.”
HB: Heeft “Het verhaal van Vlaanderen”, de tv-reeks van Tom Waes, gezorgd voor een additionele vraag?
FP: “Dat is moeilijk meetbaar op korte termijn, maar wat ik zeker weet is dat hij fantastische reclame gemaakt heeft voor het praalgraf van Maria van Bourgondië in de O.L.Vrouwekerk. Nu was het door corona al een trend dat veel Belgen, veel Vlamingen onze steden herontdekt hebben. Toerisme in eigen land heeft ‘geboomd’, en zeker in dit hotel omdat we een totaalpakketje konden aanbieden met leuke wellness en met de facilliteit om gewoon binnen te rijden bij ons in de parkeergarage. Mensen hoeven zich niet aan te trekken van hun auto, want alles is hier makkelijk te voet bereikbaar.”
HB: Van trends gesproken: meer en meer 5* hotels, en zeker in Antwerpen, willen uitpakken met een Michelin starred restaurant te betrekken? Is dat hier ook de bedoeling?
FP: “in tegenstelling tot vele hotels volgen wij al vele jaren die trend met een apart restaurant in ons hotel. Chef is Johan Delanghe, die voordien een eigen restaurant had. De hotelgasten hebben er het gevoel dat ze In een extern restaurant dineren. Ik heb dat al altijd apart gezien. Er zijn geen ambities om die Michelinster te halen. Gewoon omdat wij met de voetjes op de grond willen blijven. Wij geven een eerlijke verhouding prijs-kwaliteit, wij zijn uiteraard 7 op 7 open – wat nu eenmaal een verplichting is binnen het 5*-segment – en daarnaast zijn wij ontzettend verwend in Brugge met een rijk culinair aanbod.
Daarmee bedoel ik dat wij ergens nog altijd het hotel zien als het Prinsenhof in de Middeleeuwen. Op de oude plannen hier in de gang kan je zien dat de hele binnenstad toen bij wijze van spreken deel uitmaakte van het Prinsenhof. Dat ging van een kaatsbaan tot een dierentuin, winkeltjes, ambachtslui, het Muntplein, enz. Als ik vandaag aan mensen restaurants aanbeveel, dan moeten ze ocharme 5 of 10 minuten daarheen wandelen. Dat biedt een leuk alternatief voor ons eigen restaurant.”
HB: Staat het restaurant ook open voor niet-hotelgasten?
FP: “Mensen van buitenaf zijn zeker ook welkom. Zij vinden alvast heel goed de weg naar de bar. De bar is open van 12 u. ’s middags tot 12 u. ’s nachts en daar serveren wij tapas e.a. kleine gerechtjes. Ik probeer daar een kosmopolitisch karakter aan te geven. Mensen van hier zitten daar precies alsof ze met vakantie zijn en ze komen er in contact met buitenlanders, ook voor zakelijke aangelegenheden trouwens.”
Blijven investeren in product
HB: Achteraan de tuin wordt het hotel verder uitgebreid. Hoe ver staat het daarmee?
FP: “We zijn hier gestart bij de overname 10 jaar geleden met 93 kamers. We hebben een eerste uitbreiding gedaan 2 jaar later van 93 naar 110. In 2019 hebben we ook het vroegere hotel Prinsenhof overgenomen (van Thierry & Katrien Lemahieu-Soenen). Het hotel blijft daar met z’n 26 kamers, maar we exploiteren het onder de vleugels van het Dukes’ Palace Hotel als onze Residence. Gasten die de Residence boeken, kunnen gebruik maken van de faciliteiten van het Dukes’ Palace Hotel, dus dat brengt ons op vandaag op 136 kamers.
De laatste uitbreiding – want daarna stopt het – strekt ertoe de volledige tuin (een oase van rust van bijna 3000 m2 met een aantal historische bomen in) te omarmen zodat je een stadspark creëert. Daar komen 25 kamers bij. Die opening is voorzien eind oktober-begin november 2023. Dat brengt het totaal op 161 kamers, wat een mooi aantal is en je ook wel nodig hebt om dat 5* hotel met al zijn verschillende diensten aan te bieden.”
HB: Dukes’ Palace is het kroonstuk van de Dukes’ Hotel Collection, eigendom van de vastgoedfamilie Degroote uit Oostende. Blijft die verder in de hotellerie investeren?
FP: “Het is inderdaad de bedoeling onze familiale hotelgroep Dukes’ Hotel Collection verder te laten groeien. Recentelijk konden we in Brugge Hotel Academie toevoegen, een schitterend gelegen 4* hotel met 90 kamers. Ook daar heeft onze eigenaar sterk geïnvesteerd in de opwaardering van de hotelkamers en publieke gedeelten. Bovendien starten binnenkort de werken aan Dukes’ Arches Holiday Flats. We kijken dus met vertrouwen naar de toekomst.
Daarnaast worden investeringen gedaan die je niet aan gelijk welke eigenaar kunt vragen. Ik weet waarover ik spreek, want ik heb gewerkt voor grote hotelketens als Accor, Marriott en Kempinski. Deze eigenaar spaart kosten noch moeite. Ik ken een aantal collega’s in Brugge die misschien niet de mogelijkheden hebben, maar waarvan je toch het gevoel hebt dat hun hotel na verloop van tijd achteruitgaat. De behoeftes, ook van onze gasten, veranderen nu eenmaal.
Neem nu het nieuw restaurant. Ik vond het ontvangen van onze gasten voor het diner in het ontbijtrestaurant niet echt passen in ons concept voor totaalbeleving. Door de toevoeging van dat nieuw restaurant is er ’s morgens bij het ontbijt een beleving met een vaak schitterende ochtendzon, terwijl er ’s avonds een andere beleving is met wat meer initimiteit in een kleinere ruimte en in connectie met de tuin en het terras. Deze bedenking geldt trouwens net zo goed voor de tuin, want die wordt volledig heraangelegd en onthard.
Plus: er wordt ook geïnvesteerd in mensen mits diverse opleidingen voor het management en voor het personeel. Onze CEO (Pieter Degroote) wil ook zeer dicht bij zijn hotels staan. Recent gingen we met onze 100 medewerkers bowlen. Hij was gewoon één van ons.”
Tekst: Daniel Steevens – Foto’s: Hotel Dukes’ Palace