Honderd jaar familiehotel Memlinc te Knokke

Terwijl 100 jaar slechts gegeven is aan de happy few onder ons, zijn eeuwelingen in de hotellerie nog een heel stuk schaarser. Des te meer aandacht kreeg leading hotel Wiltcher in Brussel dit jaar omdat het zowaar de kaap van de 110 bereikt heeft. Unieke prestatie natuurlijk, maar daar zijn toch opvallende wissels aan te pas gekomen. Bij  hotel Memlinc (4*, 74 compleet gerenoveerde kamers) in Knokke-Zoute daarentegen bleven alle touwtjes in handen van de familie. Meer zelfs: amper 3 generaties Deklerck overspanden die 10 decennia. Dat waren/zijn m.a.w. telkens serieuze termijnen. Huidig titularis general manager en eigenaar Christophe Deklerck (63) wijst alvast alle alarmerende geruchten over een onzekere toekomst voor het hotel resoluut van de hand.

Hotel Business (HB): Hotel Memlinc bestaat anno 2023 een eeuw, met als heel belangrijke bijzonderheid dat het gedurende al die tijd een familiehotel pur sang gebleven is. Hoe slaagt een familie daarin doorheen zoveel beroerde tijden, te beginnen met twee wereldoorlogen?

Christophe Deklerck (CD): “Je moet een beetje geluk hebben… Iedere generatie heeft zijn steen moeten bijdragen. Iedere generatie bestond ook uit achtbare hoteliers uit het dorp. Het oorspronkelijke Hôtel de Bruges, gesticht in 1894 door mijn overgrootvader Louis Deklerck (die nota bene later burgemeester werd) is naderhand verkocht door z’n zoon en mijn grootvader Emiel, om dit hotel hier in 1923 te kunnen bouwen op een mooie duin. Deze strategie was op dat moment visionair, vermits het hotel aan de kustlijn lag.

WO I bracht uiteraard de nodige problemen mee. Mijn zus Laurence heeft de hele hotelgeschiedenis in geuren en kleuren beschreven en rijkelijk geïllustreerd in het herinneringsboek “Een badstad, een familie, een hotel” dat we dit jaar uitgaven.

Een probleem van een heel andere aard, in die tijd toch nog – we spreken over de jaren ’30 – was de scheiding tussen mijn grootouders. Het was dan nog mijn grootmoeder (Augusta Cosyn) die de aandelen overkocht en het hotel zelf uitbaatte.

Kort daarna kwam WO II, toen het hotel bezet werd en vooral veel schade heeft geleden. Mijn grootmoeder overleed kort na de oorlog. Mijn vader was op dat moment totaal niet voorbereid op het hotelierschap, want was krijgsauditeur geweest in Duitsland en naderhand gevangene in België vanwege diefstal van Duitse “Ausweissen”. Zijn zus heeft dan een paar jaar het hotel geleid, maar dat was wel nog werken op een puinhoop. Daarna nam mijn vader André alsnog zelf het heft in handen.

Uiteindelijk heb ik in 1988 overgenomen, mits de stichting van een vennootschap waarvan ik hoofdaandeelhouder werd. Zo zijn wij verder beginnen heropbouwen. De grote evolutie situeerde in 2004 met het installeren van een bistro. Tot dan waren wij in feite nog een hotel-pension. Met de Memlinc Palace bereikten wij het grote publiek en oogstten wij een heel groot succes. In 2007 is er nog een oesterbar, een visrestaurant bijgekomen en in 2015 onze fameuze Skybar. Dat waren stuk voor stuk heel vruchtbare realisaties.”

Concessie glazen koepel Albertplein

HB: U zegde initieel: wij hebben veel geluk gehad, maar helaas ook serieuze tegenslagen?

CD: (lacht) “Inderdaad, je moet geluk hebben in je tegenslag. Elke generatie heeft zijn deel gehad. Vroeger waren er vooral de oorlogen, maar ook in vredestijd is het er niet echt makkelijker op geworden. Zoals daar zijn: het personeel – aan al onze mensen van toen en nu overigens onze erkentelijkheid en dankbaarheid! -, de fiscaliteit en zeker de almaar stijgende kosten, zoals de kosten van de energie en de kosten van de was. Met de jaren worden de marges daardoor kleiner en kleiner.”

HB: Impliceert dit dat het hotel niet klaar zou zijn voor nog eens 100 jaar familiehotel? Het is omdat bepaalde media gewag maken van een onzekere toekomst. Met name zou een immobiliënmakelaar vast van plan zijn het gebouw plat te gooien om plaats te maken voor appartementen.

CD: (maakt wegwerpgebaar) “In zekere zin wordt constant bij ons aangeklopt. Maar we zijn een geklasseerd monument. Een gebouw van 10 hoog zetten hier is onmogelijk. De voorgevel is beschermd en ook binnen geniet een groot gedeelte van wettelijke bescherming. Er is dus geen sprake van. Monumentenzorg wil zelfs graag een stap terugzetten in de richting van het oorspronkelijke. Minder winkels, minder horeca en wat meer parking zou misschien ook geen slecht gedacht zijn, maar het is niet wij die daarover zullen beslissen. De toekomst zal uitwijzen wat er gebeurt. Intussen doen we ons best en blijven we hard doorwerken. Meer kunnen we niet doen.

Nee dus, wat ons betreft zijn er zelfs signalen die in een andere richting wijzen, want wij hebben voor een periode van 15 jaar de ruimte onder de glazen koepel op het heraangelegde Albertplein in concessie gekregen. Er is daar een horecazaak voorzien, maar het is nog wachten tot de lente van volgend jaar voor de opstart hiervan.”

HB: U bent nu 63. Staat de volgende generatie al in de stijgers?

CD: “ja, ik heb daarvoor een nicht (Marie Friberg) en een zoon (Anthony Deklerck). Mijn nicht werkt hier al geruime tijd, terwijl mijn zoon momenteel nog wijnbar Bar-Bera op de Groentenmarkt in Knokke uitbaat.”

Stijgende internationalisering

HB: Om nog eens terug te keren op uw vele jaren als general manager: hoe heeft u de clientèle van ‘De Palace’ tot ‘The Memlinc since 1923’ zien evolueren? De tijd van vooral veel Britten lijkt nu wel echt voorbij?

CD: “Ik herinner mij nog heel goed uit mijn jonge jaren de WK-voetbalfinale Engeland-Duitsland (in 1966). Met plots al dat jolijt tijdens de tv-uitzending herkende ik de mensen niet meer. Je moet weten dat ze toen nog steeds heel deftig opgekleed in het restaurant zaten. Kinderen waren niet toegelaten, zelfs niet samen met hun ouders. In die tijd hadden we dan ook nog een nursery voor de kinderen.

Kleine anekdote: zelf was ik 9 jaar toen ik voor het eerst in het restaurant mocht komen. Mijn mama had me voor de gelegenheid een mooi kostuumpje gekocht, maar ik was zo gestresseerd dat ik het ondergekotst heb…

Nu, vanaf de jaren ’70 zijn er vooral veel meer Nederlandstaligen uit eigen land en veel meer Nederlanders bijgekomen. Ik merk ook een stijgende internationalisering. Tijdens de jongste triathlon die de gemeente hier organiseerde in september, zag ik zelfs enthousiaste deelnemers die helemaal uit Nieuw-Zeeland gekomen waren hiervoor. Dat is zondermeer schitterend. De beste publiciteit die je je kunt indenken voor Knokke-Heist!”

Tekst: Daniel Steevens – Foto’s: Hotel Memlinc en Daniel Steevens