Waarheen met de Brusselse hotellerie?

Laten we – uit traditie – hout vasthouden, want de reeks zware terroristische aanslagen in grote Europese steden lijkt gelukkig bekoeld. De verschrikking die Brussel op 22 maart 2016 trof, was één van de opmerkelijkste in die trieste rij. In de nasleep van de aanslagen werd de zware dip in de overnachtingscijfers in onze hoofdstad (en elders in het land) plots wereldnieuws. De retoriek van de controversiële Amerikaanse president Trump, die minder dan twee maanden voor de aanslagen Brussel nog een “hellhole” genoemd had, deed daar wellicht ook geen goed aan. We zijn nu ruim drie jaar later en al dat onheil is zo goed als helemaal uitgezweet. Straks worden voor 2019 vermoedelijk nieuwe recordcijfers bekend gemaakt. Ogenschijnlijk gaat het de Brusselse hotellerie opnieuw voor de wind, maar schijn kan natuurlijk bedriegen. In deze bijdrage pogen wij een (niet systematische) SWOT-analyse van de Brusselse hotelmarkt te schetsen.

Globaal behelst de Brusselse hotellerie ruim 16.000 kamers, die in 2018 goed waren voor 6,97 miljoen overnachtingen. Bovendien biedt de sector zo’n 12.500 jobs. De economische impact is dus verre van gering. Qua locatie domineert Brussel-stad, maar er functioneren belangrijke inplantingen elders in het Brussels Gewest en, gezien de enorme hotelcluster in de directe buurt van onze nationale luchthaven, ook in het Vlaams Gewest. In dit opzicht is de Brusselse hotelmarkt grensoverschrijdend. 

Bovenstaand cijfermateriaal is terug te vinden op de website van visit.brussels. Daarnaast is het de Brussels Hotels Association (BHA) die zich om het welzijn van de hotelsector bekommert. De vereniging vertegenwoordigt zowel onafhankelijke hotels als ketenhotels, van klassieke hotels tot aparthotels, van kleinschalige boutique hotels van 6 kamers tot grootschalige hotels van 500 kamers. En hoewel op hun website te lezen staat dat 90% van alle Brussels hotels bij hen is aangesloten, behartigt de vereniging, de belangen van alle hotels. Zo zorgt de BHA ervoor dat de communicatie met de instanties die bevoegd zijn voor toerisme, ondanks geregelde personeelswissels, toch steeds vlot verloopt.

Dat leidde in het recente verleden tot een aantal belangrijke hervormingen. De citytax op overnachtingen, voorheen verschillend in elk van de 19 Brusselse gemeenten, is nu bijvoorbeeld geharmoniseerd en uniform voor het hele Brusselse Gewest: 4 euro per kamer per nacht. Het gaat hier niet om de klassieke melkkoe, want de opbrengst van de citytax wordt in principe geherinvesteerd in de uitbouw van het toerisme in het Brussels Gewest.

Vergeten we in het communautaire rariteitenkabinet dat ons land nu eenmaal is, ook het nationaal echelon niet: voor bepaalde materies is nog altijd de federale overheid verantwoordelijk. Te beginnen met onder andere de patronale bijdragen.

Relatief goedkope hoofdstad

Op die genoemde bijna 7 miljoen overnachtingen zit nog serieus wat rek. Dergelijk kwantitatief element oogt altijd leuk als waardemeter, maar het grote kernpunt blijft natuurlijk de rentabiliteit van de hotels, die volledig deel uitmaken van de privésector. Als we de netto-opbrengst per Brusselse kamer vergelijken met andere steden, dan blijkt duidelijk dat die in onze hoofdstad tot de laagste in Europa behoort. Dit komt onder meer door de hoge patronale bijdragen. 

Specifiek voor Brussel is dat het gemiddelde prijzenniveau een pak lager ligt dan dat van andere wereldsteden, zoals Parijs en het nabije Amsterdam. Van de andere kant bekeken kan, met de klassieke economische wet van vraag en aanbod, net zo goed van attractieve prijzen gesproken worden; het is maar hoe je het bekijkt. In het weekend en tijdens de zomermaanden liggen prijzen zelfs nog lager, om naast de zakenreizigers ook een toeristische clientèle aan te trekken. 

Het gaat om een permanente evenwichtsoefening, die het ene hotel logischerwijze al meer beheerst dan het andere. Een essentiële prijsbepalende factor waar niemand omheen kan, is vanzelfsprekend de aantrekkelijkheid van de stad. 

Meer transparantie en controle

Daarbij aansluitend is er ook en vooral de kwestie van de oneerlijke concurrentie. Voor een goed verstaander: Airbnb en consoorten, die gedurende enkele jaren als kool leken te groeien op de meest uiteenlopende plaatsen, roomden op den duur ook een serieus contingent in het Brusselse af, hoofdzakelijk van de leisuremarkt. Het gaat in eerste instantie niet om ‘kleine garnalen’ zoals huishoudens die krap bij kas zitten en wat willen bijverdienen, maar eerder om ‘grote vissen’, om echte excessen. Zelfs volledige appartementsblokken werden in het circuit gegooid. Naast het ontduiken van alle verplichtingen die uit logiesverhuur voortspruiten, brengen dergelijke praktijken zelfs perverse effecten mee als ontwrichting van de woonmarkt en druk op de vastgoedprijzen. Begrijpelijk dat deze logies een doorn in het oog van de Brusselse hotellerie én van de overheden zijn! 

Vanuit de Stad Brussel, maar vooral vanuit het niveau van het Brussels Gewest werd de tegenaanval ingezet, in de eerste plaats door de registratie voor alle logiesverstrekkende bedrijven verplicht te maken. Dat is op vandaag alleen tot op zekere hoogte gelukt, want nog heel wat toeristische verblijven blijven zich de facto in illegale sferen situeren. Het is duidelijk dat transparantie op alle bestaande platformen een absolute vereiste is die verder moet nagestreefd worden. Daarom zal de controlefunctie in de toekomst op alle niveaus nog verder aangescherpt dienen te worden. Wat baat het normen uit te vaardigen indien op de naleving ervan niet of onvoldoende toegekeken wordt? In de maand oktober werden in Brussel alvast drie full-time controleurs op pad gestuurd.

Attractiviteit verhogen

In de Brusselse hotellerie zelf werd de jongste jaren zwaar geïnvesteerd, zowel in nieuwbouw als renovatie. In deze heterogene hotelpiramide vinden zowel jeugd als families, zowel budgetzoekers als luxebezoekers, en zowel zaken- als vrijetijdsgasten hun gading. De hotelmarkt in Brussel geldt als uitgesproken dynamisch gegeven, want naast nieuwe renovaties die er aankomen, zitten er ook nog heel wat nieuwe hotelprojecten in de pipeline. De meest tot de verbeelding sprekende op korte termijn zijn in de loop van volgend jaar de opening van een nieuw hotel (ca. 100 kamers) in het voormalige goederenstation Gare Maritime op de imposante site van Thurn & Taxis, en in 2021 in de Koningsstraat de heropening van het al ettelijke jaren leegstaande Paleis Astoria als new-look 5 sterren+hotel, met de prestigieuze Maltese hotelgroep Corinthia als roerganger. 

Voor de – per definitie nog wat in mist gehulde – verdere toekomst is er in de eerste plaats het nog niet volledig vergunde NEO-project, dat op een nieuw conferentiecentrum op de Heizel mikt, met daarbij een hotel van ca. 250 kamers dat zou gepatroneerd worden door de  Spaanse hotelgroep NH.

Bijkomende concurrentie ja, maar voor de Brusselse hoteliers klinkt vooral de verhoging van de attractiviteit van de stad als muziek in de oren. In dit perspectief zijn de verwachtingen hooggespannen wat de modernisering van de Heizelvlakte betreft. Er moeten daaromtrent nog wat politieke knopen doorgehakt worden, maar met de bouw van een nieuw congrescentrum, dat over een enorme capaciteit moet beschikken en zal uitgerust zijn met de modernste infrastruc-turen, wil Brussel zich positioneren als ideale bestemming voor congressen, beurzen en salons. Er zijn uiteraard MICE-voorzieningen opera-tioneel die het goed doen, zowel in diverse hotels zelf als in bijvoorbeeld Square – Brussels Convention Centre (Kunstberg). Maar bijkomende ontwikkelingen, zoals de geplande projecten met een  breed opgezette MICE-functie, kunnen de sector echt ten goede komen.

Mobiliteit kan beter

Ook inzake mobiliteit is er ruimte voor verbetering. Vooral in het Brusselse verkeer kan het er bij momenten chaotisch aan toe gaan, zeker wanneer er betogingen of stakingen gaande zijn. Ook het openbaar vervoer biedt dan niet altijd een garantie. Brussel is echt wel het grote kruispunt in het midden van het land en de honderdduizenden pendelaars die er hun dagelijks brood komen verdienen, kunnen zichzelf nu eenmaal niet onzichtbaar maken. 

Overigens is er ook de kwaliteit van de spoorwegstations. Brussel-Noord, of eigenlijk de omgeving ervan, kwam enkele maanden terug niet zo fraai in het nieuws met de gebeurtenissen daar die kaderen in de vluchtelingenproblematiek. In feite is de toestand In Brussel-Zuid ernstiger vanuit dit oogpunt bekeken. Dit is immers een internationaal station, de eerste contactname van veel buitenlandse toeristen met Brussel. Er zijn weliswaar in de voorbije jaren heel wat verbeteringen aan het station aangebracht, maar er blijft – paradoxaal genoeg mede door de aanwezigheid van veiligheidsdiensten – een zeker gevoel van onveiligheid hangen, zeker bij wie op een gevorderd uur aankomt. Los daarvan zou vanuit dit onthaalpunt de signalisatie naar het toeristisch centrum van de stad zeker beter kunnen.   

Nieuwe hotels in Brussel
Recent geopend
Meininger Hotel Bruxelles Gare du Midi: nieuw hotel in Anderlecht
B&B Hotel Brussels Centre Gare du Midi: nieuw hotel in Anderlecht 
Qbic Hotel Brussels: nieuw in Elsene (opening op 3 november 2019)

Voorzien in 2020-2021
Résidence Brussels Inn Airport: nieuw hotel in Zaventem
Okko Hotels: hotel in Brussel
Corinthia Grand Hotel Astoria: 5* renovatie van hotel Astoria in Brussel

Voorlopig sine die
Gesu: nieuw 5* hotel + aparthotel in St.-Joost-ten-Node
Moxy Brussels City Center: nieuw hotel in Elsene
Project Riversquare: nieuw 3* hotel in Anderlecht
Project Bacardi-Martini: nieuw hotel in St.-Jans-Molenbeek
Nexity – Orion International: nieuw hotel in Etterbeek
B&B Hotels: nieuw hotel in Schaarbeek
Neo: hotel van min. 500 kamers en grootschalige congresinfrastructuur op de Heizel

Evenementenagenda uitbreiden

Een sterktepunt is dan weer de evenementen-agenda van Brussel. De Grand Départ van de Tour de France in Brussel 2019 was een succes voor de hotellerie, maar zoiets is helaas eenmalig. Jaarlijks terugkerend zijn dan weer de Plaisirs d’Hiver ofte Winterpret, een reeks evenementen op en rond de kerstmarkt die voor solide horecaprestaties zorgen in de maand december. De hotelsector stelt de inspanningen van stad en gewest inzake organisatie van evenementen op prijs en wil vooral dat op de ingeslagen weg verder gewerkt wordt, zodat Brussel steeds meer in de verf gezet wordt als citytrip. Het imago van de stad kreeg inderdaad een stevige boost. Als stad van hedendaagse kunst en van architectuur, als modieuze stad, vanwege de nieuwe energie in de diverse wijken die op zich al een bezoek rechtvaardigen, met de recent ingevoerde voetgangerszones, enz.

Wat zijn de opportuniteiten voor de toekomst? Het laat zich aanzien dat Brussel verder op dit elan zal voortgaan. Het in oprichting zijnde Kanal – Centre Pompidou is één van de grootste culturele projecten sinds vele jaren. Bedoeling is méér dan een museum te worden, want het zal artiesten van overal aantrekken en de burgers betrekken in het verhaal. Daarnaast is er het Beursgebouw dat wordt omgedoopt tot Biermuseum. Andere opvallende grote troeven zijn het recent gerenoveerde Afrikamuseum, het Museum van de Trein en zeker het Magritte Museum, dat zijn tienjarig bestaan viert. 

Toerist creëert werk

Het slotwoord laten we graag aan Rodolphe Van Weyenbergh, secretaris-generaal van de BHA. Hij wijst onder meer op de grote connectiviteit van Brussel en op de forse inspanningen die ook van (vaak nieuwe) bars en restaurants uitgaan.  

Staat de Brusselse hotelsector straks dan La Vie en Rose te wachten? “Nee, dat zou te kort door de bocht zijn,” luidt het antwoord: “Er zijn nu fundamenten gelegd, maar als je je potentieel van ontwikkeling en groei ook wil realiseren, is het belangrijk om op die fundamenten verder te bouwen. Zo is het essentieel om te blijven inzetten op jobcreatie binnen het Gewest en te blijven vechten tegen de oneerlijke concurrentie.”

Rodolphe Van Weyenbergh: “Toeristen brengen geen stem uit, maar creëren wel heel wat werk. Dat betekent dat de toeristische sector een aanzienlijke bijdrage levert op sociaal-economisch vlak. Het is dus van het grootste belang dat wij samen met onze gesprekspartners dezelfde doeleinden blijven nastreven. Zo kunnen we de toekomst met vertrouwen tegemoet zien. Wat de bestemming zelf betreft is het zaak om verder te werken op de troeven die Brussel biedt en de vruchten te plukken die de gevoerde politiek met zich meebrengt.”

Auteur Daniel Steevens – foto’s: Visit Brussels

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*