Thierry Lemahieu, ondervoorzitter Horeca Vlaanderen: “Vooral zien dat het vangnet geen hangmat wordt…”

Het zal je maar overkomen. Na 33 jaar samen met echtgenote Katrien Soenen tophotel Prinsenhof (4*, 24 kamers) in het Bourgondisch hart van Brugge gerund te hebben, doe je na veel wikken en wegen dat pand van de hand. In de argumentatie schuilt ongetwijfeld het vooruitzicht op een aantal rustiger nog actieve jaren.

Je wordt, ook met de brede knowhow van alom geapprecieerde voorzitter van de Brugse hoteliersassociatie, binnengehaald bij Horeca Vlaanderen. Maar daar zit je bij wijze van spreken amper goed op je stoel of Vlaanderen, het land, de hele wereld worden in no time overspoeld door de niets ontziende coronacrisis. Hoe analyseert Thierry Lemahieu de noodtoestand en welke oplossing ziet hij voor de zwaar getroffen hotelsector?

Probleem ligt vooral in de kunststeden

Thierry Lemahieu (TH): “Hotels waren niet verplicht te sluiten bij de lockdown, maar ze waren wel verplicht dat te doen met de plaatsen waar drank en eten geserveerd wordt. Dat dichtgaan van hun bars en ontbijtzalen brengt sowieso complicaties mee, want je kunt je gasten nog slechts een gedeeltelijke service geven. De gast in een hotel buiten de stad heeft die service zeker nodig. De gast in de stad ziet maar heel beperkte dingen – afhaal, gesloten restaurants, enz. – en de grote meerderheid van hotels zijn toch op een zekere manier door de omstandigheden gedwongen geweest van te sluiten.

Oké, er is steun van Vlaanderen gekomen daarvoor. Dat helpt, maar bij het opnieuw openen van de markt en het afschaffen van de lockdown zie je een ander probleem, nl. het gedrag van de consument. We zien dat overduidelijk in de procentueel significant lagere bezettingscijfers in Brussel, Brugge, Antwerpen en Gent. Dat zijn ook de steden met het grootste aanbod. Er zijn wel toeristen, maar niet in verhouding tot het groot kameraanbod. Stel dat het kameraanbod wél gevuld geraakt, dan zitten we met een tamelijke volle stad. Dus: mensen ontwijken een stad waar er te veel volk loopt. Ze verkiezen een landelijke vakantie, want ze lopen daar niet bij elkaar, beschikken er over hun ruimte.”

Hotel Business (HB): Is het ook niet door het cancellen van evenementen in de steden?

TL: “Dat speelt een rol, maar evenementen betekenen op hun beurt opeenhopingen van mensen. Het is gewoon een economisch gegeven dat voor de organisatoren het plaatje niet meer klopt wanneer ze maar een helft of een derde van normaal mogen aanvaarden.

Bij evenementen denk ik trouwens niet enkel aan tentoonstellingen, festivals e.d., maar ook aan congressen en beurzen. Die zijn er momenteel ook niet meer. Hotels die het moeten hebben van seminaries, branden op een heel laag pitje. Wij zelf bij Horeca Vlaanderen zijn voor bepaalde vergaderingen uitgeweken naar een hotel in Brussel, omdat we daar verder uit elkaar kunnen zitten dan in de eigen vergaderzaal.

Ook internationaal is het niet veel soeps. Ik ben ingeschreven voor een congres in Oslo in oktober, maar uit voorzorg heb ik nog niks geboekt. En nee, ik ben hoegenaamd niet bang om te reizen (met mondmasker). We hebben in Europa het voordeel dat we zelf nog altijd kunnen reizen. Natuurlijk wanneer een Brit die 48 uur België aandoet, naderhand 14 dagen mag thuisblijven, is dat niet zo leuk. Dat levert serieuze beperkingen op.

Uit de vergelijkende cijfers in Europa blijkt dat we niet de beste leerling zijn, maar ook niet de slechtste (want dat is momenteel Spanje). Maar je moet de cijfers ook wat relativeren. Met name het aantal besmette personen wordt zelden vergeleken met het aantal uitgevoerde testen. Hoe meer je gaat testen, hoe meer je er gaat vinden, da’s logisch. Maar waar in maart het aantal geïnfecteerden nog 7% bedroeg, was dit in augustus nog slechts 0,7%. En toch werd daar serieus wanstaltig over gedaan. Ik denk dat we daar een beetje de verkeerde toer opgegaan zijn. Al dat negatief nieuws werkt deprimerend. Er wordt zelfs ergens een angstpsychose gecreëerd.

Ik zelf heb ook drie mensen uit mijn omgeving verloren aan corona. Daar word je extra voorzichtig van. Van een Nederlandse collega heb ik een tool gekregen (foto) die ik sindsdien altijd bij me draag. Het voorwerp ziet er een beetje uit als een sleutel en je kan er een deurklink mee opendoen, een lift bedienen en zoveel meer. Een prachtige uitvinding!

De hamvraag luidt of de coronacijfers wel juist geïnterpreteerd worden? Dat geldt trouwens verder dan België. Waarom interpreteren wij de gegevens niet op dezelfde manier in heel Europa? Dat zou misschien wel een zekere vorm van redelijkheid kunnen meebrengen. Intussen blijft men almaar aandringen op de volgzaamheid van de bevolking. Zoals bijv. de mondmaskerplicht over het hele grondgebied van Knokke-Heist. Is dat echt wel nodig voor wie rondloopt in Westkapelle of het echt landelijke Ramskapelle? Er wordt vaak gesproken over Zweden dat het helemaal anders aanpakt. Volgens mij ligt de gulden middenweg ergens tussen beide.”

Expansieplannen in de frigo

HB: Nochtans bevinden de hotels zich, in tegenstelling met cafés en restaurants, eerder in de luwte van de berichtgeving? Mensen zijn dan ook niet op de hoogte van dat veel hotels nog altijd gesloten zijn.

TL: “Het is een feit dat er meer restaurants en cafés dan hotelentiteiten zijn. Die restaurants en cafés zijn het eerste waar de lokale bevolking mee geconfronteerd wordt. Een Vlaming die geconfronteerd wordt met een hotel? Ja, aan de kust. Of een West-Vlaming die naar Limburg gaat. Je moet er al wat voor doen, want we kunnen onze afstanden mooi op een dag afwerken zodat je niet hoeft te verblijven. Die restaurants en cafés zijn meer in het vizier van de media gekomen.

De hotels vertegenwoordigen niet enkel een veel zwaardere investering, ze behelzen ook een heel ander businessmodel. Dat is zeer afhankelijk is van buitenlands toerisme. Voor de kunststeden geldt dit zowel voor leisure – als voor business toerisme. Dat gebrek aan buitenlandse gasten zet zich bijv. in Brugge trouwens ook door in een overaanbod aan tafels in de restaurants en cafés.

Daarentegen draaien de Kust en Limburg, die in de natuur liggen, heel goed. We proberen dat zo goed mogelijk in the picture te brengen. Met Horeca Vlaanderen en de hotelassociaties uit de kunststeden hebben we vaak samengezeten en het probleem aangekaart bij de Vlaamse regering. Ze hebben daar nu ook rekening mee gehouden, want er is opnieuw een vorm van steun voor augustus en september. Maar eerlijk gezegd: zo lang er niet frequent zal gereisd worden, zal dat probleem niet opgelost worden.”

HB: Krijgen niet vooral familiale hotels het moeilijk?

TL: “Ja en nee, dat hangt af van de mate van investeringen die ze gedaan hebben. Zitten ze met zware investeringen, dan antwoord ik ja! Zitten ze met lichtere of matige investeringen, zeg ik nee, want dan kunnen ze op andere vlakken gaan werken en hun kosten elders beperken. En dan vrees ik voor de tewerkstelling. Als er geen bezetting is, zal er ook geen tewerkstelling zijn. Dat geldt net zo goed voor een groot hotel, maar daar zitten in bepaalde gevallen de structuren van tewerkstelling anders in mekaar. Ze doen vaak aan outsourcing, werken bijv. met poetsfirma’s. Maar als geen kamers moeten gepoetst worden, zullen er ook minder mensen tewerkgesteld worden bij die firma. Idem voor de wasserijen die de lakens wassen en de andere toeleveranciers.”

HB: Wat met de nieuwe hotels of expansieplannen die bestonden in een aantal van die kunststeden?

TL: “Voor het ogenblik zullen die wellicht in de frigo beland zijn. De grootste plannen in de komende periode waren er mij dunkt in Antwerpen en Gent, maar ik kan me wel voorstellen dat de investeerders het risico zien en meer bewust gaan investeren.”

Book Direct-campagne Hotrec

HB: Thierry Neyens, voorzitter van HoReCa Wallonie, claimde in voorgaande editie van HB dat deze crisis ook een periode van opportuniteiten is, bijv. om de afhankelijkheid van de OTA’s te verminderen.

TL: “We zien nog altijd, en zeker in de kunststeden, dat de mensen die OTA’s heel serieus benutten. Opportuniteit om te minderen? Ja, en dat zeg ik al heel lang, maar dan moet je aan je prijssetting wat gaan doen en voor directe boekingen gaan met wat aantrekkelijker prijzen. Dat is dan nog gerekend zonder de grote inventiviteit van die OTA’s zelf. Ik heb al van alles meegemaakt. We stellen ons daar vragen bij: hoe krijgt een bedrijf dat gevestigd is in Amsterdam en zoveel entiteiten erbuiten heeft, dat 62 miljoen boekingen per jaar binnenkrijgt en waar de Nederlandse overheid geen centiem belastingen op kan heffen, het klaar om van diezelfde overheid 64 miljoen steun te krijgen en daarna massaal mensen te ontslaan?

Verder mag je niet vergeten wat die platformen allemaal klaargestoomd hebben in al die jaren. Waarom zijn bol.com en Amazon zo populair en blijven ze maar gaan? Gewoon vanwege het gebruiksgemak. Ben je één keer op Amazon geweest, dan kan je bij een latere bestelling alles terugvinden. Bij bol.com idem. Ze verkopen bovendien niet enkel eigen producten, maar ook van een derde partij.

Opportuniteit? Ik hoop het voor de sector. Maar ik moet voorzichtig zijn, want ik hoor nog altijd vanuit de achterban dat de kamers nu veelal via die platformen geboekt worden. Misschien is het moment er om op de gast te heropvoeden. In de zin van: gebruik die platformen om te kijken waar je naartoe wil gaan, maar bekijk ook nog een keer de site van het hotel zelf. Op Europees vlak hebben we de campagne Book Direct, die gevoerd wordt door Hotrec, het overkoepelend orgaan van de horecafederaties in Europa. In Duitsland doen ze daar enorm veel werk mee.”

HB: Is braderen met de prijzen een oplossing?

TL: “Dat is het slechtste boodschap die je kunt meegeven, want braderen helpt niet! Stel dat je een hotel hebt waar je je kamers aanbiedt aan pakweg 200 euro. Wanneer je je prijs halveert, zal je niet enkel een dubbel aantal kamers moeten verhuren, maar zijn er bovendien meer vaste kosten: je linnen, je waterverbruik, enz.”

HB: Is het dan beter een formule te hanteren zoals de Stad Mechelen: bij 2 overnachtingen 1 gratis?

TL: “Dat is ook een prijsdaling, maar indien de overheid dat betaalt, is dat natuurlijk een mooi initiatief. Al zijn er wel beperkingen: het gaat om een beperkt aantal overnachtingen (1000) en is alleen geldig op weekdagen. Het kan best dat zo’n campagne helpt, maar bijv. de Stad Brugge en nog andere steden hebben er geen boodschap aan om zo’n dingen te doen. Aalter heeft aan al zijn inwoners een horecacheque (20 euro) gegeven, die kan besteed worden in eigen stad. Fraai gebaar ook, maar laten we vooral hopen dat we naar de toekomst toe dergelijke initiatieven niet meer nodig zullen hebben.

Kijk, sommige mensen zeggen dat wij als ondernemers altijd aan het klagen zijn. Maar ondernemers hebben risico’s genomen en het gaat om hun inkomen en dat van hun medewerkers. Wanneer die medewerkers zonder job komen te staan, hebben ze een vangnet. Die ondernemer heeft dat niét. Het is toch normaal dat een ondernemer dan wat van zich laat horen, ook al komt dat misschien bij andere mensen over als ‘not done’. Indien dat vangnet er niet zou zijn, zou het een heel ander verhaal zijn voor iedereen. Ik denk bijv. aan het toerisme in Aziatische landen. Daar zeggen de medewerkers heel simpel: No work, no money. Op Bali bijv. zijn alle hotels dicht. Hoeveel mensen zitten daar niet dik in de miserie!

Hier hebben we ongelooflijk geluk dat we zo’n systeem hebben. We moeten dat echt koesteren en maken dat het doeltreffend gebruikt wordt. En zorgen dat dat vangnet geen hangmat wordt…”

HB: Wat is uw finale oplossing van de crisis?

TL: “Als ik zou weten hoe ik het moet oplossen, zou ik dat met veel plezier met iedereen delen. Laat ons vooral hopen op een degelijk vaccin.”

Tekst en foto: Daniel Steevens

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*